StoerParcours

Waarom dit StoerParcours?
Uit onderzoek blijkt dat het met de zelfredzaamheid van kinderen wel wat beter zou kunnen. JongNL wil daar iets aan doen, want JongNL is een uitgekiende plek waar kinderen zich samen met andere kinderen veelzijdig kunnen ontwikkelen. Als een kind zelfredzaam is, betekent dit dat het zichzelf kan redden in allerlei situaties. Taken zelf kunnen uitvoeren geeft zelfvertrouwen, een positief zelfbeeld en het gevoel dat je trots kunt zijn op jezelf. Kinderen komen overal voor verschillende uitdagingen te staan en moeten leren met uitdagingen om te gaan. Hoe fijn is het dan als ze kunnen vertrouwen op zichzelf!
Hoe meer vaardigheden kinderen leren, hoe gemakkelijker ze dingen voor elkaar krijgen. Met het StoerParcours kunnen kinderen spelenderwijs allerlei vaardigheden ontdekken én nieuwe vaardigheden aanleren.

Het StoerParcours bestaat uit 60 vaardigheidskaarten in 3 categoriën: algemene, sociale en JongNL-vaardigheden. De vaardigheidskaarten zijn voor jou als leiding en kunnen tijdens de groepsbijeenkomsten en (weekend)kampen gebruikt worden. De vaardigheden en bijbehorende tekening spreekt voor zich. Je bent vrij in de manier hoe je de vaardigheden aan de kinderen wil leren. Verzin er bijvoorbeeld leuke activiteiten bij. Zo wordt ook de zelfredzaamheid van jou als leiding gestimuleerd. Leuk toch! Suggesties vind je op jongnl.nl/stoer.

StoerParcours in de praktijk
Er zijn meerdere manieren mogelijk om het StoerParcours in te zetten. We geven een aantal suggesties:

Zorg dat je de vaardigheidskaarten tijdens groepsbijeenkomsten en (weekend)kampen bij de hand hebt. Dan kun je ze er tijdens een vrij moment bij pakken en meteen aan de slag gaan. Sommige vaardigheden vergen wat meer voorbereidingstijd, bijvoorbeeld voor het verzamelen van materialen. Houd daar rekening mee.

Plan bijvoorbeeld per seizoen twee of drie ‘StoerParcours-bijeenkomsten’ in. Dan bereid je een aantal vaardigheden voor of je verzint er een leuk spel bij. Even een aftekenkaart maken en je hebt weer een paar leuke ‘en zinvolle groepsbijeenkomsten op je programma staan.

En je kunt ervoor kiezen om er elke week bijvoorbeeld mee af te sluiten. Kinderen raken er dan aan gewend en kunnen zich erop verheugen.

Vragen die jij als leider vooraf aan de kinderen kunt stellen:

• Beheers je deze vaardigheid al?
• Weet je wat deze vaardigheid betekent?
• In welke situatie zou je deze vaardigheid kunnen gebruiken?
• Wat is het voordeel om deze vaardigheid te bezitten?
• Van wie zou je deze vaardigheid kunnen leren?
• Met wie zou je de vaardigheid samen kunnen leren?
• Aan wie zou je hulp kunnen vragen bij het leren (uitvoeren) van de vaardigheid?
• Aan wie zou je het liefste de vaardigheid willen laten zien, als je deze onder de knie hebt?
• Wat is een vaardigheid die je graag zou willen leren?